Verplegen in het ziekenhuis

Het ziekenhuis! Dé plek waar het beroep van verpleegkundige begon.

Bekijk dit dossier

Anna Reynvaan (1844-1920)

Bekijk dit dossier

Hall of Fame

Wie hebben het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt? Een overzicht van krachtige voorlopers...

Bekijk dit dossier

Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916)

Bekijk dit dossier

Top 25

Stoere vrouwen en een man in de zorg. Onze top 25 van vastberaden en doortastende verpleegkundigen.

Bekijk dit dossier

Verplegen in het ziekenhuis

Waar verplegen we de patiënt. Thuis of in het ziekenhuis? Tegenwoordig worden patiënten - onder andere uit kostenoverwegingen - eerder naar huis gestuurd dan 25 jaar geleden. Verpleegkundigen krijgen daarom steeds meer alleen met ernstige zieken te maken. Hoe was dat in de 19e en de 20e eeuw? Hoe zagen ziekenhuizen er uit? Bestonden verpleegkundigen al en wat deden ze toen? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van het ziekenhuis.

1830 - 1880

Verplegen deed je thuis

Tot 1880 liet iedereen die het kon betalen zich thuis verplegen. Dit gebeurde door liefhebbende familie, buren of religieuze zusters. Gasthuizen gaven onderdak aan arme zieken, die geen thuis hadden. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden de voorlopers van de hedendaagse ziekenhuizen. Er was  nog weinig bekend over oorzaken van ziektes of over effectieve behandelingen. Het belang van handen wassen, de basis voor een goede hygiëne, was nog maar net ontdekt. De meeste medicijnen die artsen nu voorschrijven, bestonden nog niet en de röntgenfoto moest nog worden uitgevonden. Ongeschoolde zaalmeiden en zaalknechten werkten op de ziekenzalen. Verpleegkundigen waren er nog niet.

<
>

Geglazuurde terra-cotta po

<
>

Zaalmeiden en -knechten

Het gasthuis was geen fijne plek om te verblijven. Niet voor patiënten en niet voor verzorgenden. Zaalmeiden en -knechten kwamen vaak uit arme gezinnen, waren ongeschoold en moesten de kost verdienen. Sommigen namen het niet zo nauw met de regels. Er zijn verhalen bekend van meiden en knechten die zich tegoed deden aan eten dat voor patiënten was bestemd. De donkere gangen van de gasthuizen zouden regelmatig getuige zijn geweest van al dan niet gewenste intimiteiten. Gegoede dames als Anna Reynvaan brachten in de tweede helft van de 19e eeuw verandering in deze wantoestanden. Daarmee begon de professionalisering van de verpleging.

<
>

Inhalatie-apparaat

Deze inhalator of pulverisator bestaat uit een koperen ketel waarin water door een spiritusbrandertje verhit wordt tot stoom. Door een horizontaal buisje geleid, zorgt de stoom voor onderdruk boven een verticaal buisje waardoor een geneesmiddel wordt aangezogen. Stoom en geneesmiddel worden samen als mengsel door ...

... een glazen mondstuk geblazen waar het door de patiënt kan worden ingeademd. Als geneesmiddel werden kruiden gebruikt die een heilzame werking hadden bij aandoeningen van de luchtwegen.


Periode
  • Van 1850 tot 1940





<
>

Koperen kruik

<
>

Anna Reynvaan (1844-1920)

Het leek voor Johanna Paulina Reynvaan niet weggelegd om verpleegster te worden. Toch was ze één van de eersten die slaagden voor het Witte Kruis diploma en speelde ze een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de verpleging. Lees haar verhaal.

Anna Reynvaan (1844-1920)

Johanna Paulina Reynvaan is een van de belangrijkste grondleggers van de Nederlandse verpleging. Ze haalde als een van de eerste vrouwen het verpleegstersdiploma van het Witte Kruis. Daarna speelde ze een belangrijke rol bij tal van vernieuwingen binnen het verpleegkundig beroep.  

<
>

Hindernissen

In 1844 werd Johanna Paulina Reynvaan als dochter van een rijke tabakshandelaar in Amsterdam geboren. Toen ze 10 jaar was, stierf haar moeder. Anna zorgde daarna voor haar broertjes en zusjes. Men verwachtte van haar dat zij zou trouwen, zoals dat hoorde voor een meisje uit een rijke familie. Het was in die tijd niet gebruikelijk voor vrouwen in haar kringen om buitenshuis te werken. Als uitzondering konden ze zich wel wijden aan liefdadigheid. Daaronder viel het opvoeden en beschaven van minderbedeelde mensen. Een dergelijke tijdsbesteding was in lijn met de zogenaamde ‘vrouwelijke kwaliteiten’.

<
>

Verboden voor Anna 

In 1870 woedde de Frans-Duitse oorlog en veel Nederlandse dames van stand boden aan om gewonden te helpen verplegen. Ook Anna wilde bij de ambulancedienst van het Rode Kruis helpen, maar dat werd door haar vader verboden. Ze ging uiteindelijk niet, maar haalde wel 10 jaar later het verpleegstersopleiding van het Witte Kruis.

<
>

Eigenzinnig

Tegen de zin van haar vader ging Anna Reynvaan stiekem ervaring opdoen in het verplegen in het Burgerziekenhuis in Amsterdam. In dit particuliere ziekenhuis, bedoeld voor zieke burgers, werkte ze in de nachtdienst. Om 's avonds ongezien het huis uit te komen, kreeg ze hulp van haar zusjes. Toen haar vader erachter kwam, verzette hij  zich niet langer tegen de wens van zijn dochter, die inmiddels in de dertig was.

<
>

Insigne Witte Kruis

Het eerste insigne van het Witte Kruis, omstreeks 1883 aan een twaalftal gediplomeerde ziekenverpleegsters uitgereikt, bestond uit een rood schild met daarop een wit kruis. Dit insigne werd aan een zilveren ketting om de hals gedragen. Daarna kwam voor alle volgende gediplomeerden en in veel grotere aantallen, dit ...

... eenvoudige witte kruisje,. Het werd met een speld voor op de hooggesloten kraag bevestigd. Elk kruisje kreeg een nummer op de achterzijde. Datzelfde nummer stond ook vermeld op het diploma van de kersverse gediplomeerde.


Periode
  • Van 1883 tot 1921





<
>

Duo aan het hoofd

Op 17 mei 1883 begon Anna Reynvaan als adjunct-directrice in het Buitengasthuis, het latere Wilhelmina Gasthuis, te Amsterdam. Haar taak was het om orde op zaken te stellen, het huishouden te runnen en een verplegingsdienst op poten te zetten. Samen met geneesheer-directeur Jacob van Deventer, met wie ze het goed kon vinden, nam ze de modernisering van de verpleging ter hand. 

<
>

Eerste cursus voor ziekenverpleging

De eerste gestructureerde cursus voor Ziekenverpleging in Nederland startte in 1883 in het Buitengasthuis. Anna Reynvaan was verantwoordelijk voor het praktische deel, geneesheer Van Deventer verzorgde de theorie. De praktijkopleiding nam twee tot drie jaar in beslag. Voor de cursus selecteerde Reynvaan alleen ontwikkelde, beschaafde vrouwen. De leerling-verpleegsters waren inwonend en kregen een salaris van 125 gulden per jaar. Geleidelijk verdrongen deze opgeleide verpleegsters de ongeschoolde zaalmeiden en -knechten. De cursus was een succes en zou al snel als voorbeeld dienen voor andere grote ziekenhuizen. 

<
>

Antonia, de vrouw van

Tot het moment waarop Anna Reynvaan in 1883 haar intrek nam in het sombere Buitengasthuis zwaaide Antontia Stelling, de vrouw van geneesheer Jacob van Deventer, er de scepter. Het was haar tot dat moment niet gelukt om de psychiatrische verpleging te reorganiseren. Zelf haalde Antonia in 1893 als een van de eersten het diploma voor krankzinnigenverpleegster. Antonia en Anna waren 2 belangrijke vrouwen in Van Deventer's leven. 

<
>

Hall of Fame

Wie zijn ze, die vrouwen en mannen uit de geschiedenis die het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt hebben? Natuurlijk kent iedereen Florence Nightingale wel, maar al die andere ambassadeurs en voorbeelden verdienen ook onze aandacht. Hier zijn ze!

- A t/m H -

Bets Bilgen (1906-1996)

Bets Bilgen was als verpleegkundige vooral georienteerd op de praktijk. Ze wist wetenschappelijke theorieën een praktische invulling te geven, waarmee de verpleging als vak vooruit kwam. Haar scherpe inzicht en arbeidsethos waren voor velen een inspiratiebron.

<
>

Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916)

Jeltje de Bosch Kemper werd op 28 april 1836 geboren in Amsterdam. Het was destijds niet gebruikelijk dat beschaafde meisjes werkten of studeerden. Maar Jeltje stortte zich op de verbetering van de maatschappelijke positie van vrouwen, omdat ze zich nuttig wilde maken.

<
>

Lientje de Bussy-Kruysse (1858-1937)

Lientje de Bussy-Kruysse was een van Nederlands eerste gediplomeerde verpleegsters. Haar grote verdienste is geweest dat zij kennis over de wijkverpleging in Nederland heeft geïntroduceerd. Het Britse model was hierbij haar voorbeeld. 

<
>

Marianne van Driel Krol (1920-2003)

Marianne van Driel Krol zette zich in voor één brede basisopleiding voor verpleegkundigen. Haar initiatieven op het gebied van wet- en regelgeving waren doorslaggevend voor de ontwikkeling van de verpleegkunde in de 20e eeuw.

<
>

Bep Engelberts (1898-1965)

Bep Engelberts werkte tijdens WO II als verpleegkundige in Nederlands-Indië. Daar was ze een voorbeeld voor velen en een onmisbare steun voor de artsen met wie ze werkte. Ze ontving op 17 augustus 1959 de Florence Nightingale Medaille. 

<
>

Aafke Gesina van Hulst (1868-1930)

Aafke Gesina van Hulst is de pionier van de wijkverpleging in Nederland. In 1894 begon zij in Harlingen met een vorm van wijkverpleging. 2 jaar later richtte zij een vereniging op die in 1902 aansluiting vond bij de Vereniging het Groene Kruis. Dankzij haar inzet verspreidde het Groene Kruis zich over heel Friesland. 

<
>
- M t/m V -

Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916)

Jeltje de Bosch Kemper werd op 28 april 1836 in een welgestelde familie in Amsterdam geboren. Het was niet gebruikelijk dat beschaafde meisjes werkten of studeerden. Maar Jeltje wilde zich nuttig maken en stortte zich op de verbetering van de maatschappelijke positie van vrouwen en verpleegsters.

Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916)

Jeltje de Bosch Kemper werd op 28 april 1836 geboren in Amsterdam. Het was destijds niet gebruikelijk dat beschaafde meisjes werkten of studeerden. Maar Jeltje stortte zich op de verbetering van de maatschappelijke positie van vrouwen, omdat ze zich nuttig wilde maken.

<
>

Algemene Nederlandse Vrouwenvereniging

Jeltje de Bosch Kemper reageerde op een oproep voor hulp bij het stichten van een Algemene Nederlandse Vrouwenvereniging. Uit de Vereniging Arbeid Adelt ontstond in 1872 de nieuwe vereniging ‘Tesselschade’, die opleiding en arbeid voor vrouwen bepleitte. Als bestuurslid en later als voorzitster had Jeltje veel invloed op de activiteiten. Naast het intensieve bestuurswerk hield ze zich bezig met het creëren van opleidingsmogelijkheden voor vrouwen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de vier geneeskundigen, die de 'Commissie voor de Opleiding van Ziekenverpleegsters' vormden, zich in 1878 tot haar wendden. Zij waren namelijk op zoek naar een nieuw type ziekenverpleegster om de Amsterdamse gasthuizen van hun negatieve imago te ontdoen.

<
>

Oprichting ‘Vereeniging voor Ziekenverpleging’

Bij de oprichting van de ‘Vereeniging voor Ziekenverpleging’ van het Witte Kruis nam Jeltje meteen plaats in het bestuur. Dit betekende het begin van de opleiding tot verpleegster met een zeer eenvoudige theoretische cursus. Om het goede voorbeeld te geven, nam ook Jeltje zelf hieraan deel. Samen met Anna Reynvaan kwam zij tot de conclusie dat er ook een tijdschrift moest komen voor zusters, artsen en ziekenhuisbesturen. In de inleiding van het eerste nummer (1890) beargumenteerde ze het belang van zo’n blad: informatie en mededelingen verspreiden en zo een band vormen tussen de verplegenden. Jeltje was van 1890 tot 1913 voorzitster van dit ‘Maandblad voor Ziekenverpleging’, het huidige Tijdschrift voor Ziekenverpleging (TvZ).

<
>
<
>

Samenkomst van Belangstellenden in Ziekenverpleging

Tijdens een vergadering in 1891 over de eisen aan het verpleegkundig beroep, smeedde Jeltje met Anna Reynvaan het plan voor het eerste verpleegkundig congres. Deze ‘Samenkomst van Belangstellenden in Ziekenverpleging’ werd op 4 en 5 oktober 1892 gehouden. Dat Jeltje als vrouw dit congres leidde, was in die tijd zeer ongebruikelijk. De opkomst was enorm: verpleegsters, particulieren, doctoren, predikanten en directeuren van ziekenhuizen waren aanwezig. Er werden vele ideeën aangedragen om het verpleegkundige beroep tot een professie te maken. Dit leidde in 1893 tot de oprichting van de ‘Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging‘, met Anna Reynvaan, dr. C. Blooker en dr. J. van Deventer in het bestuur en Jeltje als presidente.

<
>

Anna Reynvaan (1844-1920)

Johanna Paulina Reynvaan is een van de belangrijkste grondleggers van de Nederlandse verpleging. Ze haalde als een van de eerste vrouwen het verpleegstersdiploma van het Witte Kruis. Daarna speelde ze een belangrijke rol bij tal van vernieuwingen binnen het verpleegkundig beroep.  

<
>

Karikatuur Jeltje en Anna

Dit is een cartoon uit het 'Tijdschrift voor Ziekenverpleging' van 1965 toen het 75-jarig bestaan van het tijdschrift werd gevierd. De cartoon is gemaakt door Atie Siegenbeek van Heukelom.


Periode
  • 1965





<
>

De Jeltje de Bosch Kemper Onderscheiding

Deze bijzondere medaille is een ode aan Jeltje de Bosch Kemper, een van de grondlegsters van de ziekenverpleging als beroep in Nederland. De onderscheiding werd toegekend aan personen die zich uitzonderlijk verdienstelijk hadden gemaakt bij een beroepsorganisatie als gewoon lid of als bestuurslid.

Deze onderscheiding werd uitgereikt tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Landelijke Beroepsorganisatie van Werkers in de Gezondheidszorg (LWBG). De LWBG ging, samen met de Katholieke Unie voor Verpleegkundigen en Verzorgenden (KUVV), in 1981 op in Het Beterschap. Het was een feestelijke bijeenkomst in aanwezigheid van bestuursleden en andere hoogwaardigheidsbekleders. 

De toekenning vond plaats door middel van een voordracht door een commissie van drie vooraanstaande leden. Ze deden een voorstel naar het bestuur toe, dat in de meeste gevallen ook werd overgenomen. De leden stemden tijdens de ledenvergadering in met applaus, waarna de uitreiking kon plaatsvinden.

Op de onderscheiding staat een afbeelding van een gravure van Jonkvrouwe Jeltje de Bosch Kemper, oprichtster van een eigen vakblad (het huidige TvZ) en voorvechtster voor een beroepsorganisatie voor verpleegsters en verplegers. Zelf was Jeltje geen verpleegster, maar ze vond verplegen een beschaafd beroep voor vrouwen. Rondom haar afbeelding is een lauwerkrans gedrapeerd. De letters NBVZ duiden waarschijnlijk op de afkorting van Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging, in 1893 opgericht op instigatie van Jeltje de Bosch Kemper en Anna Reynvaan.

<
>

Top 25

De 130-jarige ontwikkeling van het verpleegkundig beroep heeft veel vastberaden en doortastende verpleegkundigen voortgebracht. In de meeste gevallen betreft het vrouwen, hier en daar een man. Zonder al die andere verpleegkundigen tekort te willen doen, zijn hier 25 opvallende toppers. Ze blinken uit in creativiteit, moed of belezenheid.

25 toppers in alfabetische volgorde

Claartje van Aals (1922-1943)

Claartje van Aals was van 1940 tot 1943 verpleegster in het Joods psychiatrisch ziekenhuis 'Het Apeldoornsche Bosch'. Naarmate de oorlog vorderde, kwam Claartje, van joodse huize, steeds meer in het nauw. Patienten en personeel werden op 21 januari 1943 weggevoerd.  

<
>

Cornelia (Corrie) Baas (1944-2002)

Corrie Baas was in 1991 als verpleegkundige verantwoordelijk voor de triage op de Eerste Hulpafdeling van het Rode Kruisziekenhuis te Kabul  in Afghanistan. Ondanks de dreigende situatie daar keerde ze in 1992 terug om haar werk voort te zetten. Ze kreeg op 4 februari 1994 de Florence Nightingale medaille. 

 

<
>

Jan Bastiaanse (1950-1997)

Jan Bastiaanse werkte als verpleegkundige lange tijd in het ziekenhuis, waar hij zich inzette voor Integrerend Verplegen. In 1993 werd hij de eerste directeur van het Landelijk Centrum Verpleging en Verzorging, het LCVV. Hij vond dat de oprichting van het LCVV een mijlpaal in de geschiedenis van de verpleging.

<
>

Anneke van den Bergh-Braam (1927-2014)

Anneke van den Bergh-Braam begon haar carriere als verpleegkundige. Ze studeerde vervolgens sociologie, waarna een promotie volgde. Ze werd de eerste hoogleraar Verplegingswetenschap in Nederland en produceerde diverse succesvolle leerboeken.

<
>

Bets Bilgen (1906-1996)

Bets Bilgen was als verpleegkundige vooral georienteerd op de praktijk. Ze wist wetenschappelijke theorieën een praktische invulling te geven, waarmee de verpleging als vak vooruit kwam. Haar scherpe inzicht en arbeidsethos waren voor velen een inspiratiebron.

<
>

Bien van den Brink-Tjebbes (1924-2014)

Bien van den Brink was als verpleegkundige en staffunctionaris werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidzorg.  Ze ontwikkelde vanaf de jaren ’60 als eerste in Nederland een wetenschappelijke theorie over verplegen. Het begrip zelfzorg en holisme staan hierbij centraal. 

<
>

Lientje de Bussy-Kruysse (1858-1937)

Lientje de Bussy-Kruysse was een van Nederlands eerste gediplomeerde verpleegsters. Haar grote verdienste is geweest dat zij kennis over de wijkverpleging in Nederland heeft geïntroduceerd. Het Britse model was hierbij haar voorbeeld. 

<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Ontdek wat deze site jou te bieden heeft