Op 17 mei 1883 begon Anna Reynvaan als adjunct-directrice in het Buitengasthuis, het latere Wilhelmina Gasthuis, te Amsterdam. Haar taak was het om orde op zaken te stellen, het huishouden te runnen en een verplegingsdienst op poten te zetten. Samen met geneesheer-directeur Jacob van Deventer, met wie ze het goed kon vinden, nam ze de modernisering van de verpleging ter hand.