En dan bedoel ik ook: heb ik zorg kunnen verlenen zoals ik vind dat iedereen zorg verdient? Ik heb zoveel meegemaakt, waar moet ik beginnen? Bij het moment dat ik op vrijdag ochtend mijn laatste gewone patiënt op de taxi zette, op weg naar een voor hem totaal onbekend nieuw huis, zonder zijn “eigen” verpleegsters. Of bij het moment, 1 uur later, dat ik volledig ingepakt met mijn collega’s zenuwachtig zit te wachten op de 1e corona patiënt vanuit het ziekenhuis. Zenuwachtig omdat we totaal niet weten wat we moeten verwachten. Ja, wel een klein beetje, we zijn gebriefd. Maar toch spannend! Moet ik wat vertellen over de patiënten, elk met hun eigen verhaal? De drukte in de ochtend? De onzekerheid dat je bij aanvang van je dienst niet weet welke van je patiënten er nog zijn? Zorgen zonder zorgplan? Werken met huisartsen die het team komen versterken en op een, ook voor hen totaal onbekende, “nieuwe” manier aan het werk zijn? Dat je door tijdgebrek niet altijd goed over kunt dragen? Het in de auto zitten en dan voor jezelf nog afvinken of je alles wel goed hebt achtergelaten? Het niet altijd kunnen volgen van protocollen en richtlijnen. Of juist over het familie contact. Het dagelijks terugbellen van vaders, moeders, zoons en dochters die blij waren met elk nieuwtje en hoop probeerden te putten uit elk gesproken woord. Soms fijn, vaak zwaar maar altijd waardevol! Het idee van het kamernummer vermelden op een a4’tje en dit plakken op de ramen zodat er gericht gezwaaid kon worden? En dan zwaaien en beeldbellen tegelijkertijd. Momentjes proberen te vinden waar mensen weer wat energie van krijgen. Maar ook patiënten die wakker werden uit een coma en hier niets meer van af wisten. Ze gingen slapen in Den Bosch en werden wakker in Leeuwarden. Zuster, waar ben ik nu? In Uden meneer. U bent in Uden en we gaan ervoor zorgen dat u snel weer opknapt. Totaal gedesoriënteerd maar langzaam knappen ze op. Wetende dat ze nog een lange weg te gaan hebben, maar ze zijn er nog. Soms kon het ineens snel gaan. Die curve waar je over hoorde, die verslechtering, hij was er echt en je zag hem vaak niet aan komen. Klinisch redeneren, zo belangrijk. Maar met covid19 ineens een heel stuk lastiger. Het echtpaar dat onafhankelijk van elkaar opgenomen werd. Zij op de ene verdieping vanuit huis en hij een week later vanuit het ziekenhuis waar hij 3 weken had gelegen. Samen opknappen, uiteindelijk in 2 kamers naast elkaar komen te liggen en na verloop van tijd eindelijk weer samen kunnen lunchen. Ja we hebben ook positieve dingen meegemaakt. De disciplines die allemaal bijspringen en alle “extra handen in de zorg” waar we dankbaar gebruik van hebben gemaakt. Mijn praktijkbegeleider die ineens als coördinator op mijn afdeling kwam werken. Mijn SLB ’er van de IG3 opleiding die ik in moest werken. De school was dicht, dus ze had zich opgegeven! Geweldig… De ambulances die af en aan kwamen rijden, mensen af leverden, soms zonder kleding en medicijnen. Regel het maar… Hoe warm zo’n pak is en hoe fijn het is om dit na 3 uur eindelijk uit te kunnen doen. Zoveel te vertellen en hoe meer ik opschrijf hoe meer ik me weer herinner… Collega’s die voorheen geen collega’s waren, samen met collega’s die je ineens op een heel andere manier leert kennen. De manager, ga er maar aan staan, die haar hele “huis” in 1 week tijd moest omturnen en alle neuzen, op de loonlijst en ingehuurd, dezelfde kant op moest krijgen. Samensterk, voor mij heeft het zo’n lading gekregen! Ik kan met zekerheid zeggen dat wij samen ontzettend sterk zijn. Als het er op aankomt is de samenwerking goed. Samenwerken als team, met disciplines, met ziekenhuizen en in de maatschappij. Met elkaar en voor elkaar…
Reacties
Monique Nijs 24-08-2020
Hartstikke trots op mijn zoon . 23 jaar en verleden jaar afgestudeerd verpleegkundige met de missie om op de ambulance te willen werken maar helaas hebben de arrogante artsen van de chirurgie gemaakt dat hij 'even helemaal klaar" is met het ziekenhuis en neemt (als studie stop) een baan aan op een drukke afdeling in het verpleeghuis. Al snel overlijden er in febr/maart 4 bewoners maar omdat de Corona nog een'ver van ons allemaal bedshow 'is, word gedacht aan overlijden door eigen onderliggend lijden .Als er weer 2 ouderen dreigen te overlijden worden deze positief getest op Covid-19 en al snel is het hek van de dam en in mum van tijd is van de afdeling een Cohortafdeling gemaakt. Omdat alles en iedereen Covid ziek wordt, wordt de hulp van het leger ingeroepen want het hele team ligt op zijn gat. Mijn zoon slaapt, eet en werkt en pionieren moeten ze want er is nog weinig bekend over het virus en er moet doorgegaan met redderen en er overlijden nog veel meer bewoners.. Hij maakt, vanaf het begin, onderdeel uit van het, in het leven geroepen, crisisteam en ook wanneer hij zelf Covid-19 heeft, gaan bij hem op zijn studentenkamer de zoom crisis beraden gewoon door. Natuurlijk laat ik hem weten dat, wanneer hij naar huis wil komen, ik alles uit mijn eigen verpleegkundige handen zal laten vallen om voor hem te zorgen. Maar hij slaat zich er dapper doorheen, daar in zijn eentje op die kamer. Zijn zus en ik brengen afwisselend boodschappen die we in een tas voor zijn deur zetten , hem dan opbellen, waarna hij met mondkapje en handschoenen aan in de deuropening verschijnt om de boodschappen in ontvangst te nemen. Mijn moeder hard huilt als ik weg fiets maar wat ben ik trots op deze zorgheld. Inmiddels zijn we een paar maanden verder en naast zijn coördinerende diensten, geeft hij voorlichting en maakt hij zich, met zijn team op, voor de mogelijke tweede golf. Zoon ,wat ben ik trots op jou Jij bent mijn allergrootste zorgheld !