Hij hapt naar adem, zijn gehele toestand gaat hard achteruit. Alles wat wij voor hem kunnen doen, hebben we gedaan. Alles wat voor hem nu nog belangrijk is, is liefde. familie en samen. Angstig kijkt hij mij aan terwijl ik hem rustig probeer te krijgen, hem over zijn hand wrijf en door mijn beslagen bril hem geheel observeer.
Op de gang kleed zijn vrouw zich volledig aan. Handschoenen, schort, mondkapje en een spatbril. Ze stormt binnen en loopt naar het bed. En enorme emotie aan verdriet walmt de kamer binnen. Ze laat zich over hem heen vallen. ‘Ik kan je toch nog niet missen mijn jongen’
Je ziet de onmacht omdat hij nog zoveel wil zeggen maar dit door zijn slechte toestand niet meer lukt. Zijn hand legt hij op de wang van zijn vrouw en zij pakt deze met haar beide handen vast. De tranen die onder haar spatbril vandaan lopen verdwijnen in haar mondkapje. ‘Zuster wil je ons niet alleen laten’
Tien minuten lang praat ze tegen hem, hoeveel ze van hem houdt, wat hij voor haar heeft betekend en dat ze niet kan voorstellen wat ze zonder hem moet. De net nog zo angstige man heeft nu een volledige rust over hem heen.
Langzaam wordt zijn hand slap en zakt terug op zijn bed. Zijn ogen vallen dicht en dan is het stil. Ondanks de herrie van het hard werkende zuurstof apparaat die hem zo lang als kon probeerde te ondersteunen is het nu stil, oorverdovend stil.
Zijn vrouw barst in tranen uit en laat zich weer over hem heen vallen. Machteloos kijk ik toe hoe haar verdriet zich nestelt in haar hele lichaam. Ik stap naar haar toe en wrijf met mijn handen omringt door handschoenen over haar rug in een poging wat troost te bieden.
‘KUT CORONA’ roept ze en ik voel volledig met haar mee...