Frederike Meyboom (1871-1971)

‘Ik ben altijd lastig geweest . . .’. aldus de bijna 100-jarige Frederike Meyboom in 1971. Die eigenschap was nuttig in haar carrière in de verpleging. Ze kwam op voor haar eigen ideeën. Lees hier hoe ze dat deed.

Frederike Meyboom (1871-1971)

Frederike Meyboom was een eeuw lang nauw betrokken bij de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep. ‘Ik ben altijd lastig geweest…’. zei ze in 1970. Die eigenschap is haar goed van pas gekomen in haar carrière in de verpleging. Ze kwam op voor haar eigen ideeën en hield vast aan haar overtuiging. 

<
>

Veerkrachtig en vastberaden

‘Ik wilde zijn als de gummibal, wat er ook gebeuren mocht ...’ besloot Frederike Meyboom op jonge leeftijd en die veerkracht heeft ze in praktijk gebracht.

Net als de bijna 30 jaar oudere Anna Reynvaan groeide ze op in de gegoede burgerklasse. Haar vader was officier van gezondheid bij de marine. Hij gaf haar toestemming om als vrijwilligster in de Haagse polikliniek te gaan werken. Haar verzoek om een geesteszieke vriendin te mogen verplegen, ging hem echter te ver. Frederike deed het toch. De huisarts die haar vriendin behandelde, vond Frederike Meyboom geknipt voor de verpleging.

 

<
>

Ziekendraagstoel

Tillen was slechts een kwestie van oefening, meende Frederike Meyboom, het kwam daarbij niet aan op uitsluitend lichaamskracht. Voor de komst van liften in ziekenhuizen bood een draagstoel uitkomst bij het verplaatsen van een patiënt naar een andere verdieping. Deze houten ziekendraagstoel is waarschijnlijk ...

... gebruikt in het Gemeenteziekenhuis Dordrecht. Ook in Meyboom's eigen Bergwegziekenhuis, een gebouw met meerdere verdiepingen, was de stoel geen overbodige luxe. Bij het op- en afdragen moesten de zusters er aan denken 'hare rokken op te spelden; bij het aflopen van voren en bij achterwaarts aflopen van achteren’.

 


Periode
  • Van 1850 tot 1900





<
>

Insigne met handtekening

Het insigne draagt het opschrift Ziekenhuis Rotterdam met daarbinnen het stadswapen van Rotterdam. In 1908 werd Frederike Meyboom directrice van het Bergweg Ziekenhuis. Zij bleef hier tot aan haar pensioen in 1926. Het insigne is gespeld op een fragment groen papier met aan de achterzijde de handtekening van Fre ...

... derike.


Periode
  • Van 1908 tot 1926





<
>

Voorzittershamer

Voorzittershamer gebruikt door Frederike Meyboom tijdens haar voorzitterschap van de Bond voor Directrices en Adjunct-directrices gedurende de periode 1920-1927.


Periode
  • Van 1920 tot 1927





<
>

Home

Welkom op de website van het FNI. Hier vind je allerlei themadossiers over de geschiedenis van de verpleging en verzorging. Ontdek hoe het vak zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Maak kennis met belangrijke vrouwen uit het vak. En deel deze informatie met anderen.

De wijkverpleegkundige: Van alle markten thuis!

Deze tentoonstelling laat de diversiteit van het beroep zien en benadrukt de zichtbaarheid van verpleegkundigen.

Bekijk dit dossier

Van verbandmeester tot verpleegkundige

Fabriekszuster, verbandmeester, arboverpleegkundige. Dit beroep kent door de tijd heen veel namen...

Bekijk dit dossier

Kitty Verbeek (1919–2007)

Bekijk dit dossier

Aan het front van de samenleving

Lees in deze tentoonstelling over het cruciale werk van verpleegkundigen en verzorgenden ... aan het front van de samenleving!

Bekijk dit dossier

Kraamzorg thuis

In Nederland was thuis bevallen de normaalste zaak van de wereld, ook nadat in andere westerse landen de medicalisering van de geboorte toenam. Nederlandse vrouwen kregen hun baby lange tijd liever thuis dan in het ziekenhuis. De kraamzorg heeft dus een lange historie.Toch daalt het aantal thuisbevallingen aanzienlijk. Hoe gaat dat verder en wat betekent die afname voor het beroep van kraamverzorgende? In dit dossier vind je de geschiedenis van de kraamzorg vroeger en nu.

Hall of Fame

Wie zijn ze, die vrouwen en mannen uit de geschiedenis die het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt hebben? Natuurlijk kent iedereen Florence Nightingale wel, maar al die andere ambassadeurs en voorbeelden verdienen ook onze aandacht. Hier zijn ze!

Verplegen in de wijk

Wijkverpleging staat volop in de schijnwerpers. Vergrijzing en bezuiniging maken dat de thuiszorg op een andere manier georganiseerd moet worden. Huishoudelijke hulp komt bij gemeenten te liggen, terwijl verpleging en verzorging een taak van de wijkverpleging blijven. De roep om de ‘ouderwetse wijkverpleegster’ weerklinkt. De vraag is dan natuurlijk wat voor iemand dat was. Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de wijkverpleging.

Verplegen in het ziekenhuis

Waar verplegen we de patiënt. Thuis of in het ziekenhuis? Tegenwoordig worden patiënten - onder andere uit kostenoverwegingen - eerder naar huis gestuurd dan 25 jaar geleden. Verpleegkundigen krijgen daarom steeds meer alleen met ernstige zieken te maken. Hoe was dat in de 19e en de 20e eeuw? Hoe zagen ziekenhuizen er uit? Bestonden verpleegkundigen al en wat deden ze toen? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van het ziekenhuis.

De GGZ

Mensen met psychische stoornissen blijven tegenwoordig zo lang mogelijk thuis wonen. Ze worden ambulant behandeld of zelfs via internet. Patiënten heten cliënten. Oppassers en bewaarders hebben plaatsgemaakt voor verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten in de GGZ. Lees hier meer over de geschiedenis en de historie van de GGZ.

Verplegen in de Z

Eeuwenlang zijn termen voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten door elkaar gebruikt. De haast eindeloze opsomming varieert van zwakzinnigen tot idioten, debielen, imbecielen, achterlijken, onvolwaardigen, onmaatschappelijken, onnozelen, waanzinnigen, gekken en dwazen. Bij verstandelijk gehandicapten of zwakzinnigen is er altijd sprake van gebrekkige verstandelijke vermogens. Het is een groep die niet of moeilijk voor zichzelf kan zorgen. De kwetsbaarheid is gebleven, maar tegenwoordig spreken we over ‘mensen met mogelijkheden’. Hoe komt dat zo? Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de zorg voor verstandelijk gehandicapten.

Gezinszorg

De professional die organisatorische taken in een gezin overneemt, heet sinds 1997 verzorgende of helpende. Ook namen als thuisbegeleidster, ouderenhelpster of gezinshulp komen voor. Ze zijn afgeleid van de beroepsbeoefenaren die vanaf begin 20e eeuw in de gezinsverzorging werkzaam waren. Zij waren de praktische vervangsters van moeders, die hun taken in het gezin niet konden vervullen. Er werden hoge eisen aan hen gesteld. Hoe is het beroep van huisverzorgster - zoals de gezinsverzorgende vroeger heette - veranderd? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van de gezinszorg.

1895 - 1945

Particulier initiatief

In de 19e eeuw was de zorg voor het gezin de taak van de moeder. Als zij ziek was, had dat vaak dramatische gevolgen. Het grootste risico liepen arme huishoudens waar de vader en moeder allebei moesten werken. Het inkomen viel weg en het huishouden ontspoorde. Om ontwrichting van die gezinnen te voorkomen, riepen vermogende particulieren vanaf 1895 verenigingen in het leven. De eerste was ‘Hulp in het Huisgezin’ in Deventer en daarna volgden initiatieven in andere steden in hoog tempo. Ook de verzuilde kruisverenigingen, die vanaf het eind van de 19e eeuw het licht zagen, richtten zich op verbetering van verzorging van het gezin.

<
>

Canon van de gezinszorg

Een overzicht van de lange geschiedenis van de gezinsverzorging.

Bekijk dit dossier

’Hulp in de Huishouding’

Deze helpster van de Katholieke Vereniging ‘Hulp in de Huishouding’ vervangt de moeder in het gezin. Ze schenkt koffie voor vader en verstelt tussen de bedrijven door het linnengoed met de Singer naaimachine. Het kindje kijkt onwennig naar deze rijzige dame in wit uniform.


Periode
  • Van 1939 tot 1940





<
>

Handnaaimachine

De komst van de naaimachine verlichtte het werk van gezinsverzorgsters enorm. Het stoppen van sokken en kousen bleef een hele klus, maar dankzij de handnaaimachines, waarvan het merk Singer buitengewoon populair was, konden intensieve naaiklussen en verstelwerk sneller uitgevoerd worden. Tijdens de opleiding kwam ...

... het werk met hand- of trapnaaimachine ook aan bod. Men moest stukjes in lakens, overalls of blousjes kunnen zetten, en geblokte of gebloemde stoffen op een goede manier kunnen verstellen.


Periode
  • Van 1880 tot 1940





<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Ontdek wat deze site jou te bieden heeft