In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd de vraag naar zorg steeds groter. Dit kwam onder andere door enorme ontwikkelingen in de medische wetenschap en de verbeterde financiering van de Nederlandse gezondheidszorg. Het aanbod van verplegenden groeide echter te traag mee. Vrouwen konden, anders dan voorheen, op steeds meer plekken werken dan in de zorg. Hierdoor dreigden grote tekorten.