Verbod op kloosterzorg

Vanouds heeft de kerk zich altijd bekommerd om de zwakken in de samenleving: om zieken, armen, wezen en bejaarden. In de Middeleeuwen boden kloosterlingen zorg en opvang in gasthuizen. Na de reformatie van de 16e eeuw werd het katholieke geloof in Nederland verboden. Protestanten namen de kerkgebouwen over en kloosters moesten sluiten. Gasthuizen kwamen in handen van de protestantse diaconie of het stadsbestuur. Zij huurden knechten en meiden in om de opgenomen zieken en bejaarden te verzorgen. Het niveau van de zorg in gasthuizen was laag. Wie het zich kon veroorloven, liet zich liever thuis verplegen door familie of betaalde hulp.