Op 4 juli 2018 vond in Utrecht het 3e Nightingale Symposium plaats. Het thema ‘Kijk uit besmettelijk!’ was gewijd aan besmettelijke ziekten en de rol van verpleegkundigen bij de zorg voor patiënten. Ook werd het eerste deel van het oral history project ‘Hun stem gehoord’ gelanceerd.
Dit deel betrof de verhalen van 6 pioniers uit de vroege fase van de aidsepidemie. De middag stond onder leiding van Saskia Danen.
Medisch-historica Alice Juch liet zien wat de oorzaak van tuberculose, ook wel tering genoemd, was maar vooral hoe weinig medici tot 1945 in handen hadden om deze dodelijke ziekte te behandelen. Robert Koch ontdekte in 1882 het Mycobacterium Tuberculosis, maar daarmee was genezing nog ver te zoeken. De meeste zieken bleven thuis onder behandeling van de huisarts. Vanaf 1900 verrezen volkssanatoria, waarvan er in 1925 zo’n 35 in Nederland waren. Langdurig kuren werd ook aanbevolen in de buitenlucht of zelfs in de eigen achtertuin met draaibare lighuisjes. Wijkverpleegsters speelden een belangrijke rol bij de behandeling van tbc zieken. Pas na 1945 kon de ziekte met behulp van antibiotica beter worden bestreden.
In 2018 is het een eeuw geleden dat de Spaanse Griep huishield. Wereldwijd stierven 50 miljoen mensen aan deze besmettelijke ziekte, in Nederland tussen de 40.000 en 60.000. Nannie Wiegman zocht uit welke ontwrichting deze epidemie in Nederland veroorzaakte en vooral wie de duizenden zieken verpleegden. De griep had een snel verloop en vooral jonge mensen tussen de 20-40 jaar waren in korte tijd doodziek. Was longontsteking het gevolg dan volgde onherroepelijk de dood. Wie niet in de directe nabijheid van een ziekenhuis woonde, werd verpleegd door de moeder, de wijkverpleegster en een ingehuurde particuliere zuster. De huisarts schreef de behandeling voor.
Na de pauze liet Floor Haalboom zien dat zoönose, dat is de verspreiding van besmettelijke ziekten van dier op mens, sinds de uitbraak van de Q-koorts prominent op de politieke agenda staat. Deze grootste uitbraak van Q-koorts ter wereld woedde tussen 2007 en 2010 en leek de samenleving te overvallen. Duizenden mensen werden ziek, tientallen stierven en nog steeds lijden mensen aan de gevolgen ervan. Hebben we deze ziekte zo onderschat? De meest gehoorde verklaring is dat dierenartsen en artsen niet goed samenwerkten. Historisch onderzoek laat echter een ander resultaat zien.
Hugo Schalkwijk deed in opdracht van het Florence Nightingale Instituut onderzoek naar de rol van verpleegkundigen in de eerste jaren van de aidsepidemie. Hij schetste eerst wat een enorme maatschappelijke impact de epidemie in de VS had. De heftige reacties in de VS waren voor een aantal verpleegkundigen aanleiding om ervoor te zorgen dat de ziekte in Nederland anders aangepakt zou worden. Zij richtten consulentschappen en poli’s op in ziekenhuizen, behartigden de belangen, gaven wereldwijd voorlichting en verpleegden de ernstig zieke patiënten met compassie en professionaliteit. De verhalen van 6 van deze verpleegkundigen zijn gehoord en opgetekend, opdat ook jonge verpleegkundigen na 35 jaar lessen kunnen trekken uit het verleden.
Saskia Danen ging in gesprek met Tineke van der Kruk, die in de pioniersfase als verpleegkundige werkzaam was op de Aidsafdeling van het AMC (nu Amsterdam UMC). Het verplegen van de vaak ernstig zieke patiënten maakte de afdeling tot iets bijzonders: vreugde en verdriet wisselden elkaar af en tegelijk was er een sfeer van enorme lotsverbondenheid.
Een langgekoesterde wens van het Florence Nightingale Instituut ging in vervulling met de lancering van het oral history project ‘Hun stem gehoord’. Bij dit project draait het om verpleegkundigen die in de afgelopen 50 jaar in bijzonder lastige situaties leiderschap hebben getoond. Deze keer zijn de verhalen van 6 pioniers van de aidsverpleging vastgelegd. Hugo Schalkwijk opende met een druk op de knop de nieuwe expositie over 6 pioniers tijdens de aidsepidemie.