In 1891 opende de protestantse instelling ’s Heeren Loo in Ermelo de poorten. Deze inrichting was als eerste in Nederland specifiek op ‘idioten’ gericht, terwijl ook voldaan werd aan de eisen voor een geneeskundig gesticht. Er volgden andere instellingen waar genezing door opvoeding en onderwijs centraal stond. Ze richtten zich op kinderen, maar het duurde niet lang voordat ook volwassenen opgenomen werden. Orde, rust en regelmaat zorgden voor een evenwichtige leefwijze. Arbeid had een heilzame invloed en volwassen bewoners leverden een bijdrage aan de dagelijkse werkzaamheden in de inrichting. De herziening van de Krankzinnigenwet in 1904 maakte vrijwillige opname mogelijk. Opvang thuis bleef daarnaast tot in de jaren ‘50 belangrijk.